Jeny Bremer studeerde af aan de
Koninklijke Akademie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch waar ze zich
specialiseerde in modelschilderkunst, een genre dat ze tot op heden beoefent
in haar atelier op het Bickerseiland. De geëxposeerde foto's hebben vooral
een documentaire waarde en zijn deels gepubliceerd in een aantal lijvige
boekwerken over de inmiddels overleden Engelse kunstenaar Robert Lenkiewicz,
met wie ze van 1971 tot 1978 een relatie had. Foto's van het atelier, de
kunstenaar zelf, zijn andere vrouwen en tevens modellen, de zwerver Diogenes
en zijn dakloze vrienden die dagelijks op bezoek kwamen en talloze malen
zijn geportretteerd. Maar ook beelden van haar eveneens overleden vriend, de
kunstschilder Eddie Agelink, en foto's van haar workshops modelschilderkunst
in Amsterdam.
De schilderijen zijn voornamelijk naaktportretten, krachtig opgezet in vaak
gewichtloze pasteltinten. Op het schilderij “Chinees Naakt” ligt een vrouw
op haar rug met de armen achter haar hoofd en de benen schuin naar voren
gericht. De diagonale compositie veroorzaakt een draaiende beweging naar
boven, versterkt doordat het bovenlichaam zich naar de kijker toe opent.
Open ellebogen en oksels, gesloten ogen en benen: het gaat om openbaar
gemaakte intimiteit. De vanzelfsprekendheid van de houdingen is opvallend.
Jeny Bremer reflecteert van twee kanten, heeft zelf vaak model gestaan en
kent haar modellen. Ze creëert een ambiance van rust terwijl de composities
allesbehalve statisch zijn. Er zit beweging in de verdeling van kleurvlakken
en in de manier van schilderen. Haar vriend, de musicus Gijs van Dijk is in
volle actie afgebeeld, van veraf duidelijk herkenbaar, van dichtbij een
transparante compositie van kleur. Behalve portretten zijn er, naar
aanleiding van een reis door Birma ook een aantal doeken met o.a. een tempel
en een Boeddha.
“Mijn reis door Birma was een droom die ik al eens
gedroomd had. Vanwege mijn Mandarijnse, Indonesische en Friese roots werd ik
er voor Bhutanees aangezien, en als zodanig behandeld. Het is het meest
indrukwekkende land waar ik ben geweest. Overal gigantische boeddha's,
woestijnen vol tempels waar monniken dag en nacht bidden. Ik dacht, ik ga
alleen nog maar boeddha's en tempels schilderen. Dat heb ik een tijd gedaan,
maar ja, het leven verandert. Na mijn studietijd kwam ik in de BKR terecht.
Toen die afliep vertrok ik met Eddie in 1980 voor bijna een jaar naar
Equador en Peru en in 1981 ging ik met mijn zoontje naar Ibiza. Ik kwam er
niet meer weg, had geen geld meer om tickets te kopen Tot 1995 was het
overleven, portretten schilderen en kleding maken voor de hippiemarkt. Ik
kon net de huur en het eten betalen. Na veertien jaar kwam ik terug, met
drie kinderen van drie vaders, die geen van allen betrokken waren. Ik was
altijd verliefd, meestal op kunstenaars, was een muze voor ze. Ik zag de
mooie dingen, maar heb ook last van ze gehad. Ik heb tien jaar lang, behalve
mijn gezin, mannen onderhouden, bijzondere mensen. Die nam ik dan in huis
maar dan kwamen de drank en de drugs en voor je het wist had je er weer een
kind bij. Ik was goedgelovig. Nu zie ik sneller de andere kanten, geef nu om
een man die op eigen benen staat. Terug in Amsterdam bouwde ik een garage om
tot woonhuis en atelier, organiseerde er cursussen modelschilderen voor soms
drie, vier groepen per week en was zodoende binnen een jaar uit de Sociale
Dienst. Tijdens de lessen was er muziek, thee, een glaasje wijn en alles
stond klaar om te beginnen. Ik tover huizen om tot mooie plekken.”
Behalve portrettten van modellen zijn er ook een aantal foto's van
schilderijen waarvoor Jeny zelf model heeft gestaan. Afgebeeld door
Lenkiewicz als Lenya aan het kruis, dansend met een Pierot en de Dood of
staand tussen een zestal andere minaressen aan het eens imaginaire sterfbed
van de kunstenaar.